donderdag 31 mei 2007

Alexandrië, de tram

En voor ik het wist begon ze alle haltes op de Victoria-lijn op te sommen, een litanie van Franse, Griekse, Duitse, Arabische en Engelse namen die in mijn herinnering voorgoed zijn vervlochten met het beeld van mijn moeder zoals ze daar op het bovendek van de impériale met haar zonnenhoed op, haar kleurige sjaal en de donkere haren wapperend om haar gezicht tegen de achtergrond van de zee, een sigart zat te roken en zich uit alle macht inspande om mij af te leiden van mijn schoolbeslommeringen: Ik zou ze nooit vergeten, die namen: Sarwat, San Stefano, Ziziana, Mazloum, Glymenopoulos, Saba Pasha, Bulkley, Rouchdy, Moustafa Pasha, Sidi Gaber, Cleopatra, Sporting, Ibrahimieh, Camp de César, Chatby, Mazarita, Ramleh.

André Aciman: Uit Egypte, (1994), De Revisor 2001, 5/6.

Ook E. M. Forster ontmoette zijn muze op een Alexandrijnse tram. Hij werd verliefd op de Egyptische tramconducteur, Mohamed el Adl. Mohamed was het beste dat me in mijn leven is overkomen, verklaarde Forster nog op 84 jarige leeftijd. Mohamed deed dienst op de blauwe Bacoslijn en was de enige, volgens de schrijver, die niet op de tenen van de passagiers ging staan.

Alexandrië, begraafplaats

Alexandrië, reizigers op het strand

Als ge vertrekt op uw weg naar Ithaka, smeek dat uw weg lang moge zijn, vol van avonturen en kennis. K.P. Kavafis


Alexandrië, auto op het strand


"... . Daar, op dat kwetsbare en gekwelde strand dat de grens tussen leven en niet-zijn vormt, bevindt zich mijn vaderland, waarvan ik niet weet hoe ik me er moet vestigen."

Edwar el-Kharrat (1997): Alexandrie, ma Méditerannée. De Revisor 2001, 5/6

maandag 28 mei 2007

Alexandrië, Alexander de Grote en Bucephalus

Niemand, behalve zijn baas reed op hem, want hij liet geen ander toe. Hij was een groot paard, vurig, een edel dier; hij was gebrandmerkt met een ossenkop, vandaar zijn naam. Hoewel sommigen beweerden dat de naam was afgeleid van een witte vlek op zijn voorhoofd in de vorm van een ossenkop. Het was het enige wit op zijn lijf, voor de rest was hij zwart.

Arrianus (ca. 140 na Chr.): De veldtochten van Alexander.

Volgens de traditie trainde Alexander als kleine jongen Bucephalus zelf. Het paard bleef dertig jaar lang zijn trouwe metgezel. Het beeld werd ontworpen in Griekenland en geschonken aan Alexandrië, waar het in 2002 is opgericht. De getrapte, granieten sokkel is van de Egyptische architect Mohamed Awad die zich liet inspireren door faraonische bouwwerken. De gift deed destijds veel stof opwaaien. Voor de tegenstanders was het een neo-imperialistisch symbool, met een al te prominente positie. Voor de voorstanders stond het juist voor de verzoening van de sociale en historische orde van de stad. Inmiddels is de galloperende Alexander niet meer weg te denken uit de voortrazende stroom van auto's die hem links en rechts passeren.

Reizigers in de lobby van het Metropole Hotel

Reiziger, wachtend op de tram, Alexandrië